Historie – een eeuw Litjens
Een nieuwe eeuw is al begonnen en daarom tijd even stil te staan, wat er de vorige eeuw in vogelvlucht gebeurd is.
Eind 1800 was onze boerderij “De Uiversnest” in Deest; een prachtige boerderij die nog bestaat. Daar woonden Johannes Christianus Litjens, veehandelaar en zijn vrouw, Johanna Smits. Hij was zelden thuis want hij dreef handel met Duitsland tot in Denemarken toe; dit ging meestal per schip. Desalniettemin kregen ze vier zonen en drie dochters, waaronder mijn grootvader Grad Litjens. Deze trouwde in 1920 met Dora van de Putten uit Winssen. Ze betrokken de boerderij de “Perenberg”, gekocht van de familie Geldens, een steenfabrikant. Ze leefden, ondanks het feit dat hun eerste twee kinderen stierven bij de geboorte, heel gelukkig en kregen later nog zes kinderen. Jo, mijn vader en de derde in de rij, werd ook boer.


De idylle werd wreed verstoord toen in februari 1945 een Duitse V1-bom de hele boerderij verwoestte en haast iedereen daarbij omkwam. Onder de slachtoffers waren de vader en moeder, een broer en een oom van mijn vader. ook een aantal nonnen en een aantal Engelse officieren kwamen om. Daarnaast waren er een aantal zwaar gewonden, waaronder een paar broers en zusjes plus een paar dorpelingen.
Na de oorlog probeerde men de draad weer op te pakken en huurde mijn vader, inmiddels getrouwd met Betsy, de dochter van bakker Loeffen uit Winssen, de boerderij “de Ganzenkuil”. Deze boerderij staat nog steeds in de Vriezeweg in Deest.
Niet lang daarna kon mijn vader samen met een broer een nieuwe boerderij bouwen aan de Van Heemstraweg, genaamd “de Hosterd”. De samenwerking hield niet lang stand en in 1954 gingen ze uit elkaar en bouwde mijn ouders een nieuwe boerderij “de Poolakker”. Hier hadden ze fruit en koeien, doch door de slechte prijzen van het fruit ging men geleidelijk specialiseren in melkvee. Ook mijn ouders kregen acht kinderen.
Toen kwam de ruilverkaveling. In 1969 is het bedrijf verplaatst naar de locatie waar we nu zitten , op ongeveer twee kilometer afstand van de oude boerderij, midden in de polder. Hier staat nu “Kaasboerderij Ravenswaard”. Alweer een vogelnaam genoemd naar het weiland die die naam droeg toen wij er kwamen wonen. “Ravenswaard” duidt op de raven die hier vroeger nog voorkwamen en op wert of waard, land dat vooral ’s winters vaak onder water stond.


In 1970 trouwde ik met Liesje Scheepers, een drukkersdochter uit Huissen. In 1971 werd begonnen met het kaasmaken, vooral in de beginjaren met wisselend succes. Nu is “Kaasboerderij Ravenswaard” landelijk een begrip aan het worden. In 1996 is omgeschakeld naar biologische landbouw en krijgen we weer een situatie zoals die voor 1900 bestond, namelijk landbouw zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen en akkerbouw gecombineerd met veeteelt (gemengd bedrijf).
Wij zijn sterk van plan om in de toekomst de emigratiegolf het hoofd te bieden en proberen ons staande te houden ondanks alle regels en wetten in ‘dorp’ Nederland. Tevens hopen we dat ‘Ravenswaard’ voorlopig onze laatste boerderij is, doch niets is zeker in deze eeuw.
De tijd zal het leren.